Dit ‘geplette’ druivenbrood – dat een beetje zoet én een beetje hartig is – kun je eigenlijk altijd wel eten: bij het ontbijt, als merenda, of als zomerse lunch met een paar lekkere kaasjes erbij. Het is in essentie een focacciadeeg barstensvol zoete druiven die het kruim een mooie roodpaarse kleur geven. Schiacciata komt oorspronkelijk uit Toscane en wordt daar traditioneel gemaakt met wijndruiven na de oogst, maar ik heb hem ook wel gemaakt met kersen, blauwe bessen en met de unieke uva fragola, of aardbeidruif (die is het lekkerst). De venkelzaadjes voegen een verrassend aromatisch randje toe, en de knapperigheid van het olieachtige, zoutige brood met een zoetige, naar venkel geurende korst, is echt magisch. Dit brood smaakt geroosterd ook erg lekker (of verwarmd in de oven de volgende dag), helemaal met een toef mascarpone erbij. Het is het makkelijkst om het deeg de avond van tevoren te maken, zodat het kan rijzen in de koelkast.
1. Roer de gist en 375 milliliter water in een kom door elkaar. Voeg de bloem toe en meng alles met je handen tot een grof deeg. Kneed het op een werkblad mooi glad (het zal vrij nat zijn) en leg het in een met olie ingevette kom. (Je kunt het deeg ook met een gewone of staande mixer met deeghaken maken.) Laat het deeg afgedekt 30 minuten rusten. Voeg het zout en de extra 10 milliliter (2 theelepels) water toe en kneed dat er goed door.
2. Laat het deeg afgedekt nog 30 minuten rusten.
3. Rek na 30 minuten het deeg wat uit en sla de hoeken over elkaar. Zet opzij. Doe dit 30 minuten later nogmaals. (Dit rekken en vouwen zorgt voor een elastisch en extra luchtig deeg.)
4. Laat het deeg een nacht rijzen in de koelkast, goed afgedekt met een met olie ingevette plasticzak of met plasticfolie.
5. Verwarm de oven de volgende dag voor tot 170 °C hetelucht / 190 °C elektrisch.
6. Haal het deeg uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.
7. Vet een diep bakblik (met opstaande randen) in. Verdeel het deeg in tweeën en rol elk stuk uit tot een rechthoek die iets korter is dan de lengte van het blik. Je hebt eerder olie dan bloem nodig voor de deegroller en het werkblad.
8. Leg één rechthoek in het bakblik, bestrooi met de helft van het fruit, de helft van de venkelzaadjes, de helft van de suiker en de helft van de olijfolie.
9. Leg de andere deegrechthoek erop en druk de twee deeglappen stevig op elkaar. Druk het brood met je handpalmen uit tot het zo groot is als het bakblik. Bestrooi met de rest van het fruit, de venkelzaadjes en suiker en besprenkel met de resterende olijfolie.
10. Schuif het bakblik met het brood in de oven en bak het 30 minuten, of tot het goudbruin en krokant is. Laat iets afkoelen en snijd dan in vierkantjes, bestuif ze met poedersuiker en serveer warm of koud.