De beroemde Turkse pizza kent iedereen, maar de pide wordt ook heel veel gegeten. De bodem van de pide is dikker, waardoor het meer een broodje met gehakt is, en hij is een stukje kleiner. Ideaal voor bij de borrel dus.
Brooddeeg maken:
1. Verwarm de melk tot lauwwarm, voeg de gist en de suiker toe en laat het gistmengsel 5 minuten staan. Meng de bloem, de zonnebloemolie, het ei en het zout in een mengkom of in de mengkom van een staande tafelmixer. Voeg het gistmengsel hier beetje bij beetje aan toe en kneed het geheel in circa 15 minuten tot een mooi, soepel deeg.
2. Laat het deeg in de kom onder een vochtige theedoek op een warme plek 1 uur rijzen of tot het in volume is verdubbeld.
Gehaktvulling maken:
Snijd ondertussen voor de vulling de puntpaprika en groene peper heel fijn en snipper de ui. Kneed dit door het gehakt. Snijd de tomaat in kwarten, haal de kern en pitjes eruit, hak de kwarten in kleine blokjes en kneed die samen met de fijngehakte peterselie door het gehakt. Voeg naar smaak peperpuree, tomatenpuree, zout en peper toe, meng goed en bewaar het gehakt in de koelkast totdat je klaar bent om de broodjes te gaan vullen.
Broodjes maken
1. Verwarm de oven voor tot 180 °C.
2. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Verdeel het deeg in tien balletjes van 80 gram per stuk. Bol de balletjes op en leg ze onder een theedoek om uitdrogen te voorkomen. Rol een bolletje uit tot een ovaal, schep er wat van de gehaktvulling op en duw die een beetje in het deeg. Vouw de randen van het deeg eromheen zodat je een soort bootje krijgt en leg het broodje op de bakplaat. Maak zo nog negen broodjes.
3. Bestrijk de randen van de broodjes met eidooier. Bak de pides in circa 25 minuten mooi goudbruin. Laat ze op een rooster afkoelen en bestrooi ze met wat grofgehakte peterselie.
Anna’s baktip: Je kunt de pides de volgende dag 5 minuten opwarmen in een oven op 100 ˚C.