Heb je weleens een prisma gezien? Dat is een glazen driehoek die het witte zonlicht ‘uit elkaar trekt’ zodat je een regenboog ziet. Zoiets is er ook aan de hand bij dit brood: het is eigenlijk een gewoon witbrood, maar de kleuren zijn véél mooier!
1. Doe de gist met 50 gram water in een kommetje en laat 5 minuten staan. Doe het broodmeel in een grote kom, voeg de rest van het water, het zout en het gistmengsel toe en kneed het deeg heel goed (lees hiervoor stap 3). Dit duurt ook heel erg lang, ongeveer 15 tot 20 minuten. Eigenlijk tot je handen heel erg moe zijn en je niet meer kunt. Kneed op het laatst de boter door het deeg. Je hoeft het deeg niet in de kom te kneden, dit mag je ook op het aanrecht doen, kneed dan nog 2 minuten. Je kunt het deeg ook met de deeghaak in de staande tafelmixer voor je laten kneden. Dan hoef je niet zo lang te kneden, maar je kunt het dan ook gemakkelijk ‘overkneden’. Kneed het deeg daarom zo’n 6-8 minuten op een lage stand. Je deeg is klaar als het lekker soepel is en niet plakkerig aanvoelt. Je kunt altijd wat extra meel toevoegen als het te plakkerig is of extra water als het deeg niet soepel is.
2. Leg het deeg in een schone kom, leg er een vochtige keukendoek over en laat het deeg 1 uur rijzen. Als het deeg is verdubbeld in volume is het genoeg gerezen. Is dat nog niet zo, laat het dan nog langer rijzen. Soms nog wel een halfuur of langer.
3. Kneed het deeg nogmaals. Kneden gaat het beste door het deeg telkens van je af te duwen met één hand en met je andere hand het deeg vast te houden, je rekt het uit. Dan vouw je de verre kant naar je toe. Je draait het deeg een kwartslag en rek je het weer uit. Voor brood in een bakblik maak je een rol en voor een rond brood maar je er een mooie bol van met allebei je handen.
4. Kneed het deeg nogmaals. Kijk op bladzijde 14 hoe je goed kunt kneden. Vet de cakevorm in met boter. Verdeel het deeg in zes gelijke porties, doe dit met behulp van een weegschaal. Kleur elke portie deeg met een andere kleur. Rol het gekleurde deeg uit tot een rechthoekig lapje (zo lang als je cakevorm), gebruik wat extra meel als het deeg teveel plakt. Leg de deeglapjes op elkaar: begin met paars, dan blauw, dan groen, dan geel, dan oranje en eindig met rood. Rol het in de lengte mooi op en leg het in de cakevorm. Dek het deeg af met een keukendoek. Laat het deeg nog 30 minuten rijzen of tot het weer in volume verdubbeld is.
6. Verwarm de oven op tijd voor op 220 °C. Bak het brood in het midden van de oven in ongeveer 30-40 minuten gaar. Houd het in de gaten en verlaag de temperatuur van de oven naar 200 °C als het te donker wordt. Neem het brood uit de oven en bestrijk met wat gesmolten boter voor een mooie glans. Laat 15 minuten afkoelen in de cakevorm, haal het eruit en eet het lauwwarm met veel boter. Mmmmmm.
* Het is belangrijk dat het water niet te heet is. Lauwwarm is ongeveer onze eigen lichaamstemperatuur, dus dat kun je makkelijk meten. Doe je schone vinger in het water en voel je niks, dan is het goed. Als het koud voelt doe je er een beetje warm water bij en als het warm voelt een beetje koud water.
