Het lichtzure sappige fruit in dit nagerecht smaakt heerlijk in combinatie met de volle vanilleroom. De crumble geeft het een knapperig accent. Je kunt in plaats van nectarines en aardbeien ook ander fruit gebruiken zoals abrikozen, perziken of rood fruit.
1 Verwarm de oven voor op 180 °C
2 Snijd de nectarines doormidden, haal de pitten eruit en snijd in partjes. Maak de aardbeien schoon, snijd het kroontje eraf en halveer ze. Zet het fruit apart.
3 Kneed voor de crumble de bloem, suiker en boter met de hand totdat er een korrelig deeg ontstaat. Leg het op een met vetvrij papier beklede bakplaat en bak in 10 tot 15 minuten krokant. Haal uit de oven en laat op de bakplaat afkoelen.
4 Snijd voor de vanilleroom een vanillestokje doormidden en schraap de vanillezaadjes eruit. Doe 50 ml room met de vanillerasp en het stokje in een pannetje en laat een uurtje op laag vuur staan. Laat de room niet koken.
5 Klop de overige room met de handmixer tot hij bijna stijf is. Haal de vanilleroom van het vuur en verwijder het vanillestokje. Meng de room voorzichtig door de opgeklopte room.
6 Verdeel het fruit over de vier glazen. Schep er wat vanilleroom op en strooi er daarna een beetje crumble over.
