Hugh: ‘Bij het ontwikkelen van dit recept begon ik met een klassieke cake. Ik verving de witte bloem door een mengsel van volkorenmeel en gemalen amandelen, verlaagde de hoeveelheid suiker aanzienlijk en voegde extra noten en zaden toe. Het resultaat is heerlijk – en je mist al die suiker echt niet. Ik eet deze taart het liefst als hij nog warm is maar je kunt hem ook prima bewaren. Lekker bij een kop thee of dien hem op met een schep kefir of yoghurt en wat verse bosvruchten of fruitcompote en je hebt een vezelrijk, probiotisch toetje. Het maanzaad is niet essentieel maar ik houd van de spikkels en textuur die ze toevoegen en ze zijn, net als alle zaden, rijk aan mineralen.’
1. Verwarm de oven voor tot 160 °C. Bekleed een ronde springvorm van 20 centimeter met bakpapier.
2. Doe de boter en suiker en eventueel de sinaasappel- of citroenschil in een grote kom of een standmixer. Klop een maar minuten tot het botermengsel licht en luchtig is.
3. Klop in een andere kom het meel, bakpoeder, amandelmeel, de zonnebloempitten en het eventueel het maanzaad door elkaar.
4. Voeg een ei en een lepel van het meelmengsel toe aan het botermengsel en klop erdoor. Herhaal met de andere eieren. Schep de rest van het meelmengsel bij het botermengsel in de kom en vouw er voorzichtig maar grondig door. Roer er dan de melk of het water
door om het beslag iets dunner te maken.
5. Schep het beslag in de beklede springvorm en verspreid het over de bodem. Bestrooi met het amandelschaafsel en/of de pompoenpitten. Bak 35 minuten in de oven of tot de taart gerezen en goudbruin is en een spies die je midden in de taart prikt, er schoon weer uit komt. Laat op een rooster afkoelen, in ieder geval gedeeltelijk.
6. Haal de taart uit de springvorm, snijd in punten en dien op. Je kunt de taart 5 dagen in een afgesloten bakje bewaren maar hij is waarschijnlijk voor die tijd al op.