Wraps zijn het beste meeneem-eten dat bestaat. Ze blijven lang goed, je hebt geen bestek nodig en je kunt eindeloos variëren met de vulling. Wij combineren vaak een paar verschillende vullingen bij onze wraps om ze wat interessanter te maken.
Rauwe bietjes is een favoriet van ons. De smaak is veel frisser dan gekookte bietjes, vooral als je ze combineert met appel en geitenkaas. Rozijnen zijn toegevoegd voor iets zoets en de walnoten voor iets knapperigs. Linzen zouden hier ook prima bij passen.
1. Maak de bietjesvulling: schil de bietjes, snijd ze in vieren, doe ze in een blender of foodprocessor en zet aan tot ze fijngesneden zijn. Doe de geitenkaas en zout en peper erbij en zet 30 seconden aan tot het mengsel eruitziet als een spread met grove korrel. Proef en voeg extra zout en peper toe als dat nodig is. Als je geen blender of foodprocessor hebt, rasp de bietjes dan fijn en vermeng met je handen met de verkruimelde geitenkaas.
2. Maak de quinoavulling: breng in een klein pannetje 500 ml water aan de kook. Voeg de quinoa, venkelzaadjes en het zout toe en laat zachtjes 15-20 minuten koken tot de quinoa gaar is en de vloeistof is opgenomen. Zet weg om af te laten koelen. Is de quinoa afgekoeld, voeg dan de sinaasappelschil en het sap toe, de rozijnen en walnoten en roer alles goed door elkaar.
3. Schep 2-3 eetlepels van de bietjesvulling in het midden van elke tortilla (niet helemaal tot de rand) en leg er een half spinazieblad op. Schep hier een paar lepels van de quinoavulling op en maak af met een paar plakjes avocado en geraspte appel.
4. Vouw de boven- en onderkant naar binnen en rol de hele tortilla van links naar rechts op met de vulling in het midden. Verpak in bakpapier en zet dat vast met een touwtje zodat de wrap niet uit elkaar valt onderweg naar het park. Klaar! Snijd de wraps voor je ze gaat eten doormidden.