1 Meng de bloemsoorten en eieren en maak er met je handen een zacht deeg van. Rol de pasta dun en gelijkmatig uit en leg hem op een oppervlak dat royaal is bestrooid met Tipo 00-bloem.
2 Haal het zachte, gele deel van de courgettebloemen en hak het in stukjes (niet te fijn). Doe met de ricotta, munt en chilipeper in een kom. Breng op smaak met zout en peper, meng goed en schep in een spuitzak met een spuitmond van 1 cm. Spuit theelepels vulling in een baan over de onderste helft van het deegvel, 3-4 cm uit elkaar.
3 Bestrijk de randen rond de vulling met wat water. Vouw de bovenste helft van het deeg over de onderste helft. Wrijf de lucht eruit en druk de randen stevig aan. Snijd er met een gekartelde pastasnijder ravioli van en leg ze op een royaal met Tipo 00-bloem bestoven plaat.
4 Halveer de tomaten en knijp de zaadjes in een zeef boven een kom. Leg de lege tomatenhelften met de snijkant omlaag in een wijde pan en voeg het sap toe. Doe de zaadjes weg.
5 Giet water in de pan tot de tomaten half onderstaan en bestrooi met flink wat zout en wat peper. Voeg de hele basilicumstelen toe, dek af met een deksel en plaats op hoog vuur. Breng aan de kook, draai het vuur laag en laat 1-2 minuten smoren. Haal het deksel van de pan en trek het vel met een tang of vork van de tomaten. Doe de velletjes weg en stamp de tomaten met een pureestamper. Laat inkoken tot een lekkere tomatensaus. Haal de basilicumstelen eruit en doe weg. Scheur de meeste basilicumblaadjes fijn en doe met een scheut olie in de pan.
6 Kook de ravioli 5 minuten in ruim water met zout, tot ze bovendrijven. Schep ze met een schuimspaan in de pan met tomatensaus. Schep voorzichtig om en laat even staan. Schep de ravioli op vier borden en bestrooi met basilicum en geraspte pecorino.
Per portie 465 kcal, 9,9 g suikers, 14,7 g vet (6,3 g verzadigd), 21,8 g eiwit, 58,6 g koolh.