De filosofie achter dit gerecht is de bereiding van willekeurige vissen, zolang ze maar ruwweg dezelfde afmeting hebben. Vraag je vishandelaar om de vissen voor je schoon te maken.
1 Als de temperatuur van je houtoven ongeveer 200 ºC bedraagt (controleer met je thermometer) en de rook en
vlammen zijn verdwenen, begin je met de bereiding. (Of verwarm de gewone oven voor op 200 ºC.)
2 Was de vissen vanbinnen en buiten en dep ze droog met keukenpapier. Leg ze op een snijplank en kerf met een scherp mes aan beide kanten een ruitpatroon, met ongeveer 2 cm tussen de lijnen.
3 Stamp de venkelzaadjes met de knoflook, geraspte citroenschil, een scheut olijfolie en het grootste deel van de kruiden plus zout en peper in een vijzel door elkaar. Wrijf de vissen er vanbinnen en vanbuiten mee in.
4 Rangschik de vissen op een rooster in een braadslede, sprenkel er olijfolie over en rooster ze 10–15 minuten. Als de vissen goed gaar zijn, bestrooi je ze met de broodkruimels en rooster je ze nog heel even voor een krokant korstje. Bestrooi ze met de rest van de kruiden.
4 personen
• 4 hele vissen, zoals poon, brasem of rode mul
• 2 flinke tl venkelzaad
• 3 bolletjes knoflook
• geraspte schil van 3 citroenen
• olijfolie
• mix van kruiden, zoals tijm, bladpeterselie en rozemarijn
• 30 g broodkruimels
Per portie 270 kcal, 11 g vet (0 g verzadigd), 36 g eiwit, 11 g koolhydraten, 0 g suikers