1 Verwarm de oven voor op 170 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Leg de tomaatjes met de snijkantnaar boven op de bakplaat, bestrooi ze met de tijm, besprenkel ze met 4 eetlepels olijfolie en strooi er wat zout en peper over. Bak ze 1¼ uur in de oven, tot de tomaatjes beginnen te karamelliseren.
3 Breng de melk voor de witte saus in een grote steelpan net tegen de kook aan. Schenk in een kan. Smelt de boter in de schoongeveegde pan op middelhoog vuur. Roer de bloem erdoor en bak die 1–2 minuten mee. Neem de pan van het vuur en klop geleidelijk de hete melk erdoor tot je een gladde saus hebt. Zet de pan weer op het vuur en laat de saus wat inkoken. Neem de pan weer van het vuur en roer de helft van de belegen kaas en de helft van de mozzarella erdoor. Proef en voeg zo nodig wat zout en peper toe.
4 Blancheer de lasagnevellen met 2 tegelijk in een pan met water. Kook 2 minuten voor verse lasagnevellen, of 6 minuten voor gedroogde. Laat ze schrikken in ijskoud water en vervolgens uitlekken op keukenpapier.
5 Verwarm de oven voor op 180 °C. Schep 1–2 eetlepels witte saus in 4 individuele ovenschaaltjes van 5–7,5 cm diep. Leg er een lasagnevel op; snijd het zo nodig bij. Strooi er wat gebakken tomaatjes, spinazie en verkruimelde ricotta over. Herhaal dit met nog 2–3 laagjes witte saus, lasagne, tomaten en spinazie; eindig met groenten en saus. Bestrooi de mini-lasagnes met de rest van de belegen kaas en mozzarella,en zet ze op een bakplaat. Bak ze in 30 minuten goudbruin. Laat ze 10 minuten staan voor je ze opdient.
Per portie 802 kcal 42,2 g vet, (23,1 g verzadigd), 44,4 g eiwit, 56,5 g koolhydraten, 21 g suiker