Deze desserttaartjes maak je in kleine rvs-ringen of in siliconenvormpjes die je vindt in de kookwinkel. Ik heb ze gedecoreerd met pure-chocoladekrulletjes. Smelt en tempereer hiervoor de chocolade tot maximaal 31 °C en strijk hem dun uit op bakpapier of op stevig cellofaanfolie. Strijk vervolgens met een plastic krabbertje in kammodel over de chocolade zodat je dunne lijntjes overhoudt. Rol de chocolade, zodra die begint te stollen, spiraalvormig op en laat volledig uitharden. Later kun je het plastic er voorzichtig af rollen waarna je heel dunne (en fragiele) chocoladekrulletjes hebt.
Voorbereiding
Week de cashewnoten voor de vulling een nacht in ruim koud water.
Bodems
Vet de taartringen in met een beetje kokosolie en zet ze op een plateautje met plasticfolie; siliconen vormpjes hoef je niet in te vetten. Pureer in de blender of keukenmachine de pecannoten, de dadels, het cacaopoeder, het zout en de vanille tot een plakkerige massa. Verdeel die over de vormpjes en druk stevig aan.
Vulling
1. Laat de geweekte cashewnoten uitlekken op een zeef. Pureer de geweekte cashewnoten, de ahornsiroop, het water en de vanille in de blender of keukenmachine tot een gladde massa. Voeg het cacaopoeder en daarna al draaiend de kokosolie toe.
2. Verdeel de vulling over de bodems en strijk de bovenkant glad. Laat de taartjes minstens 2 uur opstijven in de vriezer.
Chocoladeglazuur
1. Verwarm de kokosolie, de ahornsiroop en het cacaopoeder in een pan op laag vuur totdat de kokosolie gesmolten is en er een gladde saus ontstaat, maar laat die niet koken! Neem van het vuur en laat in een paar minuten iets afkoelen.
2. Giet een dun laagje glazuur op elk bevroren taartje. Zet de taartjes nu 20 minuten in de koelkast zodat het glazuur stevig kan worden. Druk de taartjes dan uit de vormpjes. Laat de taartjes verder ontdooien voordat je ze serveert. Je kunt ze voorzichtig oppakken door er een paletmesje onder te steken. De vulling zal na ontdooien mooi zacht zijn. Decoreer de taartjes naar wens met chocoladekrullen en cacaonibs.
Credits fotografie: Mitchell van Voorbergen en styling: Alexandra Hereijgers