Eigenlijk is het bakken van macarons helemaal niet zo moeilijk. Het is gewoon een kwestie van even het hoofd erbij houden, vooral met de suikersiroop. Het komt allemaal niet op de minuut nauwkeurig en als je siroop ineens 120 °C is, laat je hem gewoon iets langer uitborrelen voordat je hem toevoegt aan het eiwit. Probeer het gewoon want deze popjes zijn allerliefst!
1. Bakpapier voorbereiden:
Teken met de uitstekers 50 rondjes van 3 cm doorsnede met daaraan een hoofdje van 1 cm doorsnede op twee stukken bakpapier met een zwarte stift. Leg het op twee bakplaten, met de getekende kant onder.
2. Amandel zeven:
Doe het amandelmeel in de keukenmachine met een eetlepel van de poedersuiker en maal het zo fijn mogelijk. Zeef het amandelpoeder zorgvuldig boven een ruime mengkom (de grotere korrels gebruik je niet, wat je overhoudt mag niet meer dan een kleine eetlepel zijn). Roer met een garde de poedersuiker erdoor.
3. Beslag maken:
Halveer het eiwit en voeg 55 g toe aan het amandel-suikermengsel. Roer tot een dik en taai beslag. Doe de andere 55 g eiwit in een ruime, vetvrije mengkom.
4. Eiwitten stijfkloppen en suikersiroop maken:
Breng in een steelpan met dikke bodem de kristalsuiker met 38 g water aan de kook. Verhit de suikersiroop tot een temperatuur van 118 °C. Klop het eiwit stijf met de staande mixer als de siroop 85 °C is. Laat de suiker-siroop als die de juiste temperatuur heeft bereikt uitborrelen. Schenk de suikersiroop in een dunne, continue straal, al kloppend bij het eiwitschuim. Klop door tot het schuim een temperatuur van 50 °C heeft bereikt.
5. Eiwitschuim toevoegen:
Voeg een derde van het eiwit-schuim toe aan het amandelbeslag. Vouw vervolgens de rest van het schuim er zo luchtig mogelijk door tot je een luchtig en enigszins taai beslag hebt.
6. Macarons opspuiten:
Schep het beslag in de spuitzak en spuit mooie sneeuwpopjes binnen de lijntjes op het bakpapier. Spuit eerst het lijfje en dan het hoofdje. Tik de bakplaten voorzichtig op het werkblad zodat de grotere luchtbelletjes kunnen ontsnappen. Bestrooi ze met het geraspt kokos. Laat de ongebakken macarons minimaal 30 minuten onafgedekt drogen. Zo krijgt de bovenkant een ‘huidje’.
7. Macarons bakken:
Verwarm tijdig de oven voor tot 120 °C. Bak de macarons in twee delen in circa 20 minuten krokant en gaar. Doe na 15 minuten de ovendeur 5 seconden open om de grootste hitte en het vocht uit de oven te laten ontsnappen. Zo voorkom je dat de suikers gaan karamelliseren. Neem de macarons na circa 20 minuten uit de oven, als ze net een heel klein beetje gekleurd zijn (gebroken wit) en laat ze helemaal afkoelen op een rooster.
8. Macarons decoreren:
Verwijder de afgekoelde macarons voorzichtig met een paletmes van het bakpapier.
Bestrijk de helft van de sneeuwpopjes met frambozenjam en dek ze af met de rest van de sneeuwpopjes. Maak met de garneerstift oogjes en een stipje voor de neus. Plak daar een smartie op. Knip kleine sjaaltjes van de zure matjes en wikkel die erom heen.
Baktip: leg het bakpapier met de getekende kant naar onder op de bakplaat. De omtrekken van de sneeuwpopjes zijn dan nog zichtbaar maar het beslag komt niet in aanraking met de stift.
Baktip: zet de oven het liefst op de boven- en onderwarmtestand en niet op hete lucht. Dan rijzen de macarons beter en krijgen ze een mooiere ‘kraag’.
‘Het gebruik van een staande mixer is bij dit recept erg handig. Je kunt het eiwit laten kloppen terwijl je de siroop in de gaten houdt.’
Dit recept komt uit het boek ‘Heel Holland Bakt met Kerst’ van Heel Holland Bakt (€20,-, Kosmos Uitgevers).
