Sambosa’s, of samosa’s, zijn gevulde gefrituurde gebakjes die populair zijn in Afghanistan, en eigenlijk het hele Indische subcontinent. Toen mijn ouders nog in Kaboel woonden, stonden Indiase streetfoodverkopers (die al vele generaties in Afghanistan waren sinds de heerschappij van de Mogols) er bekend om dat ze de beste sambosa’s maakten.
1. Breng de aardappels, wortel en 125 milliliter water in een pan aan de kook. Zet het vuur middelhoog en laat alles 15 minuten sudderen tot al het water is geabsorbeerd en de groenten gaar zijn. Doe ze in een grote kom en voeg de ui, specerijen en het zout toe. Meng alles voorzichtig en zet opzij.
2. Meng de bloem, het bakpoeder en zout in een kom. Voeg de olie toe en kneed alles met je handen. Maak een kuiltje in het midden, voeg het water toe en kneed alles in circa 5 minuten tot een glad en stevig deeg; als het nog te kleverig is, voeg een eetlepel bloem toe en kneed het opnieuw goed door. Dek de kom af met een theedoek en laat het deeg 20 minuten op kamertemperatuur rusten.
3. Verdeel het deeg in twee stukken. Rol één stuk op een met bloem bestoven werkblad uit tot een cirkel met een doorsnee van 30 centimeter. Steek er met een ronde uitsteekvorm van 10 centimeter doorsnee zo veel mogelijk rondjes uit. Schep een eetlepel afgekoelde vulling in het midden van elke cirkel en bevochtig de rand lichtjes met water. Vouw het deeg doormidden, over de vulling, zodat je een halve cirkel hebt; druk de randen stevig op elkaar, zodat ze niet opengaan tijdens het frituren. Breng met een vork voorzichtig decoratieve patroontjes in de randen van sommige sambosa’s aan; je kunt het deeg langs de hele rand ook zo knijpen en draaien dat je een touwpatroon krijgt. Rol het tweede stuk deeg uit tot een vierkant van 30 x 30 centimeter en snijd dit in negen vierkantjes van 9 x 9 centimeter.
4. Schep een eetlepel van de vulling in het midden van elk vierkantje, breng de tegenoverliggende hoekjes samen en vorm zo een driehoekje; druk de randen stevig dicht.
5. Zodra je circa achttien sambosa’s klaar hebt om te frituren, vul je een pan met zware bodem voor een derde met olie. Verhit de olie op hoog vuur tot een keukenthermometer 180 °C aangeeft. Frituur de sambosa’s, in porties, 2-3 minuten tot ze aan alle kanten goudbruin zijn en er belletjes op het oppervlak verschijnen; keer ze één keer om. Haal ze met een schuimspaan uit de olie en laat ze op een met keukenpapier bekleed bord uitlekken. Serveer ze heet.
