Mmm, deze rostirondjes zijn echt heel erg lekker! Knijp er vlak voor het eten een beetje verse citroen boven uit, het zuurtje haalt de smaak nog meer naar boven.
1 Kook de aardappels zacht. Pureer ze met de helft van de boter en wat peper en zout. Laat afkoelen en roer er dan het bieslook, de bloem en mosterd door.
2 Verdeel het mengsel in 4 porties en maak daar röstirondjes van. Laat ze koud worden in de koelkast.
3 Maak een dressing van het sap van een halve citroen, dubbel zoveel olie en wat zout & peper. Snijd van de andere citroenhelft partjes.
4 Bak de röstirondjes in wat boter in 3–4 minuten per kant goudbruin.
5 Schep in een kom de waterkers, appel en amandelen om met de dressing.
6 Serveer de rösti met de salade en makreel. Geef de partjes citroen erbij.