Dit is een makkelijke manier om meer groentes te eten. Sterker nog, in deze platbroden zijn de groentes het voornaamste ingrediënt – dit verklaart meteen die fantastische kleuren. Als je de kruiden niet meetelt, bestaat dit recept uit maar drie ingrediënten. Platbroden zijn lekker bij van alles. Of maak er kleine borrelhapjes van: steek met een vormpje kleine rondjes uit een platbrood en voorzie die van lekker beleg. Thuis maken we het liefst broccolibrood en daarom geven we je dat recept. Maar probeer vooral ook eens het wortel- en bietenplatbrood (zie tip).
1. Verwarm de oven voor tot 200°C (gasstand 6) en bekleed een bakplaat met bakpapier.
2. Snijd de broccoli in grove stukken en pureer in de foodprocessor tot het mengsel de textuur heeft van broodkruimels. Weeg 400 g van deze broccolikruimels af. Doe dit in een middelgrote mengkom, voeg de rest van de droge ingrediënten toe, bestrooi met zout en peper en roer alles goed door. Maak een kuiltje in het midden.
3. Breek de eieren in het kuiltje. Klop de eieren met een vork los en roer er daarna geleidelijk de droge ingrediënten door. Kneed het ‘deeg’ met je handen tot het kleverig wordt. Vorm er een bal van, leg deze op de beklede bakplaat en druk het deeg met je handen plat tot het een rechthoek van ongeveer 7,5 mm dik is.
4. Zet in de oven en bak ongeveer 25 minuten, of tot de bovenkant een beetje goudkleurig en stevig is. Haal de bakplaat uit de oven en laat het brood helemaal afkoelen voor je het omdraait en voorzichtig het bakpapier eraf pelt. Snijd in stukken van grofweg 10×4 cm.
Bewaar het platbrood tot een paar dagen in de koelkast in een goed afgesloten doos.
Tip: Voor het maken van bietenplatbrood vervang je de broccoli door gelijke hoeveelheden bloemkool en geraspte biet. Voor een wortelplatbrood gebruik je in plaats van broccoli gelijke hoeveelheden bloemkool en geraspte wortel. Volg voor beide recepten de beschrijving voor het broccoliplatbrood.