De smaakvolle gembercake in dit gerecht gaat goed samen met de friszure rabarber. De lauriercustard maakt de trifle helemaal af.
1 Doe de rabarber in een ovenschaal met de geraspte sinaasappelschil en het sap, de plakjes stemgember en de basterdsuiker. Leg er alufolie over en bak de stukjes rabarber 20–25 minuten in de op 180 ºC voorverwarmde oven, tot ze zacht zijn.
2 Voor de custard: doe de slagroom en melk in een pan op laag vuur. Voeg de helft van de suiker en de laurierblaadjes toe, roer af en toe tot het mengsel bijna het kookpunt bereikt. Neem de pan van het vuur en laat het 30 minuten trekken.
3 Klop de eidooiers met de rest van de suiker in een grote kom tot een lichtgekleurd mengsel. Verwarm het room-melkmengsel opnieuw tot het net kookt, verwijder de laurierblaadjes en schep het beetje bij beetje door een zeef boven het eidooiermengsel, waarbij je voortdurend krachtig blijft kloppen. Schenk het geheel terug in de warme pan en verhit het nog een paar minuten onder voortdurend roeren met een spatel.
4 Als het mengsel zo dik is dat het aan de achterkant van een lepel blijft hangen, neem je de pan van het vuur en laat je de custard afkoelen. Roer af en toe om te voorkomen dat er een vel op komt. Dek de afgekoelde custard af met vershoudfolie en zet hem in de koelkast.
5 Klop de slagroom met de gembersiroop, voeg de stroop toe en roer langzaam voor een mooi golfjeseffect.
6 Bekleed de bodem van een glazen schaal met plakjes gembercake. Druppel er eventueel wat rum over en schep er dan de rabarber op, gevolgd door de lauriercustard en de roomtopping. Bestrooi de trifle met plakjes stemgember. Laat hem voor het serveren koud worden in de koelkast.
