De zoete smaak van mais is heerlijk met zoutige spekboter. Je kunt de boter van tevoren maken.
1 Bak het ontbijtspek met wat olie onder af en toe roeren in een grote koekenpan op middelhoog vuur goudbruin en krokant. Laat afkoelen en hak het spek fijn in een keukenmachine. Voeg 150 gram van de boter toe en meng het spek er pulserend door. Schep de spekboter op een stuk vetvrij papier, rol er een worst van en bewaar die zolang in de koelkast.
2 Verwarm de oven voor op 200 °C. Snijd met een groot, scherp mes voorzichtig de korrels van de maiskolven en kook ze in water met wat zout op hoog vuur in 3–4 minuten gaar. Laat ze uitlekken in een vergiet en hang ze boven de hete pan.
3 Meng in een kom het meel, bakpoeder, de nigellazaadjes, het zout en de meeste bieslook. Snijd de rest van de boter in blokjes en wrijf ze door het meel tot het mengsel de textuur van broodkruimels heeft. Voeg de maiskorrels toe en 85 gram van de parmezaan en meng goed.
4 Roer de melk erdoor zodat het deeg iets kleveriger wordt. Stort het op een werkvlak en bestuif het met meel. Kneed het een paar keer (niet te lang). Verdeel het in 12 gelijke stukken, rol er balletjes van en duw die plat.
5 Leg de scones op een ingevette bakplaat en bestrijk ze met een beetje melk. Strooi er tot slot de rest van de bieslook en parmezaan over. Bak de scones in 25 minuten goudbruin en
gaar. Serveer warm met de spekboter.
Per portie 307 kcal, 19,4 g vet (11,2 g verzadigd), 8,9 g eiwit, 22,9 g koolhydraten, 2 g suikers