Een fantastische streetfood snack die serveert met een frisse yoghurtmunt-dip. Het beslag voor dosa’s moet eigenlijk een paar dagen fermenteren, maar deze versie is wat haalbaarder om thuis te maken.
1 Prik de aardappels stuk voor stuk in met een mes en rooster ze tot ze zacht zijn, in de kolen van de barbecue of gewikkeld in alufolie 1 uur in een oven van 200 °C. Halveer de aardappels en schraap het kruim in een kom. Pureer het grof en zet apart.
2 Verhit een scheut olijfolie. Voeg de chilipepers, gember, mosterd,kurkuma en flink wat zout en peper toe en bak alles op matig hoog vuur. Schud de pan af en toe, tot het mengsel geurig is en de zaadjes open knappen. Meng door de aardappels. Voeg zout en peper, het limoensap, de lente-uitjes en koriander toe en meng alles.
3 Meng kikkererwtenmeel, bloem, zuiveringszout, mosterdzaad en flink wat zout. Klop er in delen ongeveer 400 ml water door tot je een luchtig beslag hebt. Giet wat olie in een pan op matig hoog vuur en veeg uit met keukenpapier. Schep een lepel beslag in de pan en beweeg de pan tot de bodem en een deel van de rand is bedekt. Wacht tot het vocht bovenop
verdwijnt en er veel bellen te zien zijn.
4 Schep een paar volle theelepels aardappel op de dosa en spreid uit. Wacht tot ie van onderen knapperig is en rol hem in de pan op. Geef er yoghurt, chutney en limoen bij.
Per portie 335 kcal, 5,9 g vet (0,7 g verzadigd), 12,9 g eiwit, 54,2 g koolh., 6,8 g suikers
