Gebakken banaan is een superlekkere zoete snack die overal te vinden is, van Macau tot Maleisië. Deze gefrituurde variant wordt pisang goreng genoemd en serveer je bijvoorbeeld bij nasi goreng.
1 Steek een houten prikker in de lengte door elke banaan en laat een gedeelte uitsteken om vast te pakken. Leg de bananen op een bord en bestrooi ze met het grootste deel van de limoenrasp.
2 Klop alle ingrediënten voor het beslag in een kom door elkaar; voeg tijdens het kloppen tot 250 ml water toe, zodat er een dik, glad beslag ontstaat.
3 Zet een diepe koekenpan op middelhoog vuur en vul hem met een laagje olie van 4 cm. Verhit de olie tot 180 °C; test de temperatuur met een keukenthermometer of laat er een beetje beslag in vallen – als het bubbelt en goudbruin wordt, is de olie warm.
4 Werk in twee porties: wentel de bananen door het beslag en laat ze voorzichtig in de olie zakken (de pan
mag niet te vol zijn). Bak de bananen 2–3 minuten per kant, tot ze goudbruin zijn; keer ze om zodat ze gelijkmatig kleuren.
5 Schep de bananen voorzichtig met een schuimspaan uit de olie en laat ze uitlekken op keukenpapier. Herhaal dit met de rest van de bananen.
6 Als ze iets zijn afgekoeld, bestuif je ze met suiker en kaneel. Geef er partjes limoen bij, en eventueel wat yoghurt.
Per portie 296 kcal, 3,9 g vet (0,6 g verzadigd), 5 g eiwit, 63,3 g koolhydraten, 31,8 g suikers
