Deze nasi kun je helemaal naar jouw smaak aanpassen. Wil je hem bijvoorbeeld wat pittiger, voeg dan meer chilipeper toe. En kook de rijst het liefst de dag van tevoren. Met koude, al gekookte rijst kun je namelijk veel beter bakken.
1. Spoel eerst 225 gram rijst af en doe de korrels in een pan met 475 ml water; breng dat aan de kook. Leg het deksel op de pan en laat de rijst 20 minuten zachtjes koken. Draai het vuur laag en laat 10 minuten staan. Roer de korrels los en laat volledig afkoelen. Bewaar in de koelkast.
2 Stamp de chilipeper, knoflook, sjalotsnippers en een snuf zeezoutvlokken in een vijzel met stamper of in een het bakje van de
staafmixer tot een grove pasta.
3 Verhit 2 eetlepels van de olie in een wok of grote koekenpan. Bak de pasta 1–2 minuten op middelhoog vuur. Roer geregeld. Voeg de reepjes kalkoen, de shiitakes, boerenkool en wortel toe; roerbak ze 1 minuut. Voeg de rijst toe en bak die 2 minuten mee. Roer dan de ketjap en suiker erdoor en roer nog een paar minuten.
4 Verhit de rest van de olie in een koekenpan met antiaanbaklaag; breek de eieren erboven. Bak ze tot de randjes bruin zijn en het wit is gestold. Laat de gebakken eieren uitlekken op keukenpapier.
5 Verdeel de nasi over 4 kommen en schep op elke portie een gebakken ei. Geef er sla, komkommer, tomaat en sambal bij, plus extra ketjap en ringetjes chilipeper naar smaak.
