De Russische balletdanseres Anna Pavlova (1885-1931) moet nogal een fenomeen geweest zijn: overal ter wereld waar ze kwam, noemden chefs gerechten naar haar. Zo ook deze meringuetaart met fruit en room, die ontstond toen ze in 1926 door Australië en Nieuw-Zeeland tourde. Beide landen claimen de taart. Wie ze als eerste maakte, vechten ze daar beneden maar uit. Wij vinden ze gewoon heerlijk, en meer moet dat niet zijn.
1. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Verwarm de oven voor tot 150°C.
2. Klop het eiwit op tot een schuimige massa en voeg vervolgens al kloppend beetje bij beetje de suiker toe, met als laatste de maizena en de azijn. Die laatste ingrediënten zorgen ervoor dat de meringue knapperig wordt vanbuiten en een beetje chewy vanbinnen. De meringue is voldoende geklopt als het eiwitschuim blijft hangen aan een omgekeerde lepel zonder er vanaf te vallen.
3. Teken op het bakpapier met een potlood twee cirkels van 16 cm diameter. Schep met een krabbertje het beslag in het midden van de cirkels. Reken op 225 g per cirkel. Wrijf dit met een lepel binnen de cirkel golvend open. Zorg dat er in het midden een kuiltje is.
4. Verlaag de oven naar 125 graden en bak de meringue een uurtje. Schakel de oven uit, zet de deur op een kier en laat nog een tweetal uur nadrogen.
5. Haal de taarten uit de oven en laat volledig afkoelen. Verwijder voorzichtig het bakpapier van de meringue en leg hem op bord. Smeer over de meringue 125 g slagroom en versier rijkelijk met vers fruit. Plaats er het tweede stuk op en herhaal met slagroom en vers fruit.
Tips