Boekweitcrêpes – galettes de sarrasin – staan in Normandië en Bretagne vaak op het menu. Ze zijn heerlijk met zoete of hartige vullingen met een scheutje cider of calvados.
1 Doe alle ingrediënten voor het gepocheerde fruit in een grote steelpan op hoog vuur. Breng aan de kook en zet het vuur laag. Laat het fruit zachtjes stoven terwijl je de crêpes maakt.
2 Klop de eieren in een kom schuimig en voeg de boter, cider, 250 ml water en een snuf zout toe. Zeef het meel er geleidelijk boven terwijl je blijft kloppen tot je een glad beslag hebt. Zet het minstens 30 minuten in de koelkast.
3 Als het fruit zacht is, maar nog niet uiteenvalt, neem je het beslag uit de koelkast. Smelt een klontje boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Schenk er een soeplepel beslag in en draai met de pan om het te verdelen. Als op het oppervlak bubbeltjes ontstaan, maak je de randen los van de pan met een spatel en keer je de crêpe om. Bak nog 1 minuut tot ook de andere kant goudbruin is. Bewaar in een warme oven terwijl je de andere crêpes bakt. Serveer met het gepocheerde fruit en de room.
Per portie 678 kcal, 3,9 g vet (1,6 g verzadigd), 13,6 g eiwit, 71,6 g koolhydraten, 34,9 g suikers