Eigenlijk zijn appels in het najaar bijna te lekker om mee te bakken. Ze hebben nog zo’n lekker vers frisje dat je het best proeft als je ze rauw eet. Tegelijkertijd doet dat frisje ook heus wel wat in je appeltaart, dus bak vooral veel appeltaarten in het najaar! Bijvoorbeeld zo’n plaattaart.
1. Voorbereiding
Verwarm de oven voor op 175 °C. Bekleed de bakplaat met bakpapier en vet het papier in met boter.
2. Deeg maken
Hak de walnoten fijn (het is wel lekker als het deeg nog een beetje een bite heeft, dus niet te fijn). Doe ze in een ruime kom en voeg de bloem, 1 mespunt zout en de basterdsuiker toe. Meng de ingrediënten met een garde. Voeg de blokjes boter toe en kneed ze er met koele handen snel door tot grove kruimels. Voeg het ei toe. Kneed het er snel door tot een plakkerig deeg. Verdeel het deeg in een rechthoek van circa 30 x 20 cm over een met bakpapier beklede bakplaat. Prik er met een vork gaatjes in. Zet de plaat tot gebruik in de koelkast.
3 Fruit toevoegen en bakken
Snijd de appels in vieren, verwijder het klokhuis en snijd het vruchtvlees in parten. Verdeel de appels en de bramen over de deegbodem, bestrooi ze met de kaneel en de rietsuiker en bak de plaattaart in circa 40 minuten goudbruin en gaar.
Voor 1 taart (circa 12 personen)
Voor de taart:
Bakgerei