Als ze rond zijn heten ze ‘rondo’s’, en als ze schuitvormig zijn ‘kano’s’. Alleen de vorm is anders, maar in beide gevallen bedekt geurig goudkleurig deeg een heerlijke vulling van amandelspijs. De bakker gebruikt lage metalen ringen met rechtopstaande randen, die daar speciaal voor zijn gemaakt. Hij zet de gebakjes in de ringen op een bakplaat en na het bakken kan hij de ringen makkelijk verwijderen. Thuis kun je rondo’s maken in een muffinplaat. Ze zullen aflopende kanten krijgen, maar smaken evengoed voortreffelijk: vooral als je zelfgemaakte amandelspijs gebruikt.
Oven: voorverwarmd op 180 °C
1. Zeef de bloem met het bakpoeder en zout boven een kom. Doe de boter erbij en wrijf de blokjes met je vingertoppen door de bloem tot het mengsel op broodkruimels lijkt en alle klontjes boter verdwenen zijn. Meng de suiker en citroenrasp erdoor en voeg het geklopte ei toe. Kneed alles licht door elkaar tot er een soepel, samenhangend deeg ontstaat. Als het deeg te droog of brokkelig is, bijvoorbeeld bij koud weer, kun je een paar druppels water toevoegen. Maak een bal van het deeg. Voelt het deeg te zacht aan of is het een beetje plakkerig, zet het dan een kwartier in de koelkast, goed afgedekt.
2. Verkruimel de amandelspijs in een kom. Kneed er naar behoefte ei door om er een zachte, kneedbare pasta van te maken. Verdeel de pasta in twaalf porties, maak er balletjes van en leg ze op een stuk plasticfolie.
3. Verdeel het deeg eveneens in twaalf gelijke porties.
4. Bestuif je handen met bloem en rol een portie tussen je handpalmen tot een bolletje. Plet het bolletje deeg tot een cirkel met een diameter van 6-7 cm en leg er een bolletje amandelspijs op. Knijp met je vingers in de rand van het deeg om het daar dunner te maken en een beetje uit te rekken. Dit voorkomt dat er een dikke prop aan de onderkant van de rondo komt. Vouw het deeg voorzichtig rond de amandelspijs en knijp het goed dicht. Als het scheurt of breekt, kun je het met je vingers weer samendrukken.
5. Leg de gevulde bolletjes in de muffinplaat en druk de bovenkant goed plat. Dit kun je met gestrekte vingers doen of met de onderkant van een glas, voor een netter effect. Herhaal deze instructies totdat alle rondo’s zijn gevormd.
6. Bestrijk de bovenkant van de rondo’s met de achtergehouden eetlepel ei en druk een amandel in het midden.
7. Bak de rondo’s in 20-25 minuten licht goudbruin. Laat ze 5 minuten in de muffinplaat staan. Geef elk rondo een kleine draai met je vingers om hem los van de vorm te maken en leg ze voorzichtig op een rooster om verder af te koelen.