Bekende smaken rollen over elkaar heen in deze warme salade: tere erwtenscheuten tegenover warme erwten en koele munt, een scherpe mosterd-citrusdressing, nieuwe aardappels krokant uit de pan en zachtgekookte kwarteleitjes. Probeer erachter te komen of de eitjes die je koopt niet al te vers zijn. Anders zijn ze vreselijk om te pellen. Als ze ouder zijn, ontstaan er luchtbelletjes waardoor het vlies loslaat van het wit en ze makkelijker te pellen zijn.
1. Schud voor de dressing de citroenrasp en het -sap, de grove mosterd en extra vergine olijfolie met 1 eetlepel water in een pot met schroefdeksel en breng op smaak. Zet opzij.
2. Doe de aardappels in een pan met zoveel water dat ze ruim onder staan. Voeg een flinke mespunt zout en het takje munt toe. Breng aan de kook en laat ongeveer 15 minuten koken, afhankelijk van de grootte van de aardappels, totdat ze bijna gaar zijn. Controleer met de punt van een mes.
3. Houd een komvol ijswater gereed in de koelkast. Breng een klein pannetje water flink aan de kook. Houd een kookwekker bij de hand en zet hem zodra je er de eitjes in hebt gedaan. Kook ze exact 3 minuten. Schep ze dan met een schuimspaan in de kom met ijswater. Pel ze voorzichtig en snijd ze dan doormidden. Stoom de erwtjes apart in een pan of laat ze 2-3 minuten in gezouten kokend water koken. Laat goed uitlekken.
4. Giet de aardappels goed af en snijd ze in dikke plakjes zodra ze voldoende zijn afgekoeld om ze aan te pakken (of gebruik rubber handschoenen en snijd ze meteen). Zet een koekenpan op hoog vuur en doe er de gewone olijfolie in. Bak de aardappelplakjes aan beide kanten totdat ze krokant en goudbruin zijn.
5. Hussel voorzichtig de warme aardappels en erwtjes met de dressing, muntblaadjes, erwtenscheuten en gehalveerde kwarteleitjes en serveer op een schaal of in een serveerkom.
(© Emma Lee 2016)
