De topping van coquilles (die je ook kunt maken met rauwe, gepelde garnalen) is een extraatje dat van deze soep iets heel speciaals maakt.
1 Verhit de olie in de pan. Voeg de lente-ui, rawit, knoflook, gember, chilipeper, het komijnzaad en de kerrieblaadjes toe. Laat alles 1-2 minuten bakken, tot het sist. Giet de bouillon erbij en breng aan de kook.
2 Voeg de doperwten toe en laat 4-5 minuten zachtjes koken. Roer de suiker en tamarinde erdoor en breng het geheel op smaak. Maal de soep glad met de staafmixer en zet apart.
3 Verhit de olie voor de coquilles in een koekenpan op hoog vuur. Voeg het mosterdzaad toe en blijf roeren tot het open knapt. Meng de kurkuma en kerriebladeren erdoor, gevolgd door de coquilles. Bak ze 1 minuut per kant, tot ze gaar zijn en bruin kleuren.
4 Warm de soep op (laat hem niet koken, want dan verliest hij zijn versheid). Proef en voeg zo nodig limoensap toe. Verdeel over voorverwarmde kommen en schep de pittige coquilles en kerriebladeren erop.
Per portie 243 kcal, 12,2 g vet (2,4 g verzadigd), 19,1 g eiwit, 15,6 g koolh., 4,5 g suiker
Psst…
Op zoek naar meer soeprecepten?
Zo maak je super-soepen!
