Dit zeeduivel-recept is góddelijk! Ga je het maken, dan zul je eerst de zeeduivel bakken en daarna gaat hij de oven in. Dat is misschien iets anders dan je gewend bent, maar probeer het eens: het resultaat mag er zéker zijn. We kregen nog een fijne tip van een van onze auteurs, Theo Rendall: ‘Grootschalig gevangen vis wordt vaak verdronken in het net, wat wil zeggen dat de vis zeewater heeft ingeslikt. Zo wordt het visvlees nattig en gaat het ruiken naar ammonia. Dat wil je niet! Kies voor zeeduivel van kleinere boten, als je kunt. Dat is duurzamer en het vlees is stevig, iets doorzichtig en smaakt mild.’
1. Verwarm de oven voor op 180 °C. Kook de aardappels in 20 minuten gaar. Giet ze af en snijd ze als ze zijn afgekoeld in plakjes van 1 cm dik.
2. Bereid intussen de artisjokken. Schil de stelen en verwijder de harde, vezelige buitenkant. Kook de artisjokken in een andere pan water met wat zout in 15 minuten gaar – een mes steek je dan gemakkelijk door de steel en het hart. Laat ze uitlekken.
3. Verwijder de buitenste bladeren, knip de bovenkant eraf en verwijder de baard. Snijd elke artisjok in de lengte in vieren.
4. Verhit de olie in een ovenvaste pan en bak hierin de zeeduivelfilets goudbruin. Keer ze om en schroei de andere kant. neem ze uit de pan.
5. Bak in dezelfde pan de aardappels in 1 minuut licht goudbruin. Keer ze om en leg de zeeduivel erop, samen met de artisjokken, kappertjes, peterselie, tijm, knoflook en wijn, Bedek ze met de plakjes prosciutto.
6. Zet het gerecht in de oven en bak het 6-8 minuten, of tot de zeeduivelfilets gaar zijn: ze moeten stevig aanvoelen maar in het midden nog een beetje terugveren.
7. Knijp de citroen erboven uit en voeg een extra scheutje olie toe. Serveer de zeeduivel en artisjokken op de aardappels, met de plakjes prosciutto en het bakvoht eromeheen.
Credits: recepten Theo Rendall – fotografie Martin Poole
