Dit balletje is in Nederland bij Indonesiërs bekend onder de naam onde-onde. Het zijn balletjes gemaakt van kleefrijstmeel, gevuld met mungbonenpasta en bedekt met sesamzaad. Als je gaat dimsummen bij de Chinees, zijn deze sesamballen ook te krijgen maar dan gevuld met lotuszaad of met gezoete zwarte of rode bonenpasta. In het noorden van Vietnam noemt men dit Bánh rán (rán betekent gebakken/gefrituurd) en de vulling bestaat uit mungbonenpasta met een essence van jasmijnbloesem of uit een hartig gehaktmengsel, zoals genoemd in het Bánh cuốn-recept op bladzijde xx. Waar ik vandaan kom noemen ze het Bánh cam (cam betekent sinaasappel) en wordt het anders bereid; in het deeg wordt ook zoete aardappel verwerkt en de buitenkant wordt bedekt met sesamzaad en een karamellaagje. Dus je bijt eerst door een krokant laagje karamel en proeft daarna het zachte deeg met de romige mungbonenpasta. Overheerlijk!
1. Week de mungbonen met ruim water een dag van tevoren.
2. Maak ook het deeg een dag van tevoren: kook de zoete aardappel, laat afkoelen en prak fijn met je hand of een vork. Doe de helft van het kleefrijstmeel alvast in een mengkom. Verhit 100 ml water en laat de suiker hierin oplossen. Laat iets afkoelen en giet het suikerwater daarna in de kom met kleefrijstmeel. Meng alles goed en voeg nu de rest van het kleefrijstmeel, de zoete aardappel, het rijstmeel, het bakpoeder, de olie en het zout toe. Voeg terwijl je kneedt beetje bij beetje water toe. Het deeg moet zacht zijn maar niet zo nat dat het aan je handen blijft plakken. Je kunt het desgewenst ook in de keukenmachine mengen. Kneed het nog 10 minuten door, dek de mengkom af met plasticfolie en laat het buiten de koelkast staan tot de volgende dag.
3. Zeef de mungbonen de volgende dag, doe ze in een pan samen met de kokosmelk, de vanillesuiker en het zout en breng aan de kook. Zet het vuur zo laag mogelijk en kook het bonenmengsel circa 30 minuten tot het droog wordt (het moet steviger aanvoelen dan aardappelpuree). Bedenk wel dat de mungbonenpasta snel aankoekt en verbrandt, dus roer regelmatig. Laat de pasta afkoelen, maak er ballen van elk ongeveer 5-7 gram van en zet die in de koelkast tot gebruik.
4. Pak nu het deeg, kneed het 3 minuten en maak er platte schijven van met een dikte van 0,5 cm en een diameter van 4-6 cm waar de mungbonenpasta in past. Elke schijf weegt 10-15 gram.
5. Neem een schijf, leg er een balletje mungbonenpasta op en vouw het deeg helemaal dicht. Maak er eerst ronde ballen van en druk die iets plat tot ongeveer 2,5 cm dikte. Leg elke bal op een bord, dek af met plasticfolie en ga verder met de volgende schijf tot alle mungbonenballen op zijn.
6. Verhit de frituurpan tot 160 °C. Frituur de donuts ongeveer 8 minuten tot ze rondom goudgeel zijn. Pas op dat je er niet te hard tegen duwt, want de donuts gaan uitzetten en worden hierdoor enigszins poreus. Laat de donuts volledig afkoelen.
7. Maak intussen je karamel. Verhit in een ruime steelpan met antiaanbaklaag de suiker met het water en laat de suiker in 8-10 minuten karamelliseren. Haal de karamel van het vuur als hij een lichtbruine kleur krijgt, voeg het citroensap toe (pas op voor hete spetters!) en meng goed. Verdeel eerst één eetlepel sesamzaad over de karamel, pak een donut en dompel die aan één kant heel kort in de karamel. Leg de donuts steeds uit elkaar op een serveerbord en herhaal de stappen. Als het sesamzaad op begint te raken, voeg dan de volgende eetlepel toe. Begint de karamel intussen af te koelen en een beetje hard te worden, zet de steelpan dan op heel laag vuur zodat de karamel weer vloeibaar wordt.
Tip:
Als je helemaal klaar bent en wat karamel over hebt, strooi dan wat cashewnoten, amandelen of pinda’s op een vel bakpapier, giet de karamel voorzichtig over de noten, strooi er daarna wat Maldon-zout over en je hebt een heerlijke snack erbij.
