“Toen mijn kinderen nog heel klein waren wilden ze al graag in de keuken helpen. Tuinbonen doppen was een van die klusjes die ze al snel zelf konden doen. En ze vonden het superleuk. Zelf vind ik het ook fijn om te doen, ik ga er graag even voor zitten. Ik word er altijd zo lekker rustig van. Zou dat door de fluweelzachte bonen komen? De lekkerste tuinbonen heb je aan het begin van het seizoen, als ze nog mooi klein zijn. Zijn de bonen alweer groter dan is een tweede keer doppen toch wel aan te raden. Voor het dubbeldoppen kook je de tuinbonen even kort en laat je ze afkoelen. Daarna verwijder je het tweede velletje. Maar ik doe dat pas als het echt te bont wordt, want één keer doppen vind ik eigenlijk wel weer voldoende. Wist je trouwens dat je courgette ook heel goed kunt koken? Gekookte courgette is heerlijk zacht van smaak en heel geschikt door een salade. Zijn er nergens tuinbonen of gele courgette te vinden? Gebruik dan voor deze salade twee groene courgettes. Ook erg lekker!” Aldus Ellen van Duijn.
1. Dop de tuinbonen
2. Leg de courgette in een grote pan. Als het net niet past snijd je een klein stukje van de uiteinden. Schenk water in de pan zodat de courgette grotendeels onderstaat. Zet de deksel op de pan en breng aan de kook.
3. Laat de courgette 8 minuten zachtjes koken. Doe de tuinbonen erbij en kook nog eens 2 minuten totdat alle groenten net beetgaar zijn.
4. Maak ondertussen de basilicumolie. Doe de fijngehakte basilicumblaadjes met de olie in een kom. Wrijf met de bolle kant van een eetlepel de blaadjes helemaal fijn zodat de basilicum goed door de olie wordt opgenomen.
5. Giet de groenten af en snijd de courgette in dunne plakjes. Leg deze samen met de tuinbonen in een schaal. Schenk de olijfolie en wittewijnazijn bij de groenten nu alles nog warm is en hussel om. Schep de ricotta op de salade en verdeel de basilicumolie erover. Breng op smaak met de citroenrasp, peper en zout.
