1 Doe de gember, garam masala, 2 tenen knoflook, chilipeper, de helft van de komijnzaadjes en kurkuma, het meeste van de koriander, de yoghurt en het citroensap in een blender en pureer tot een romige pasta. Schep in een grote kom. Voeg de kiprepen toe en schep ze er goed doorheen. Dek af met huishoudfolie en zet in de koelkast. Laat 30 minuten tot een paar uur marineren.
2 Kook intussen de aardappels in water met zout net gaar. Giet af en laat droog stomen.
3 Verdeel de slabladeren over een schaal zodat ze kommetjes vormen. Meng de tamarindepasta, agavesiroop of honing met een snufje zout. Verdun met wat water en zet apart.
4 Verhit een scheutje arachideolie in een grote pan met antiaanbaklaag op matig vuur. Snijd de overgebleventeen knoflook in dunne plakjes. Bak ze goudbruin. Voeg de overgebleven komijn en kurkuma, de mosterdzaadjes en gemengde kiemen toe.
Roerbak 10-15 minuten, tot alles goudbruin en knapperig is. Roer de gare aardappel en ui erdoor en haal van het vuur. Veeg de pan schoon en plaats hem weer op matig vuur.
5 Rijg de kiprepen losjes aan 4 metalen of geweekte houten spiesen. Druppel wat olie in de hete pan en bak de spiesen 4 6 minuten per kant, tot ze goudbruin en gaar zijn.
6 Meng de tomaten door de gebakken kiemen en verdeel over de slabakjes. Bestrooi met de overgebleven koriander. Verkruimel de papadums en strooi erover. Druppel er wat dressing over en serveer met de kip.
Per portie 344 kcal, 6,8 g vet (1,2 g verzadigd), 23 g eiwit, 43,8 g koolh., 16,4 g suikers