Georgina Hayden: ‘Dit recept is voor mij een portie pure nostalgie; ik ben vast niet de enige die in de jaren tachtig opgroeide met rijstepap… Ik maak hem hier met hele pruimen, die ik daarna pureer, maar je kunt ze ook heel laten; precies zoals mijn moeder ze het lekkerst vindt!’
1. Doe de gedroogde pruimen met het laurierblaadje, de rozemarijn en sherry in een kleine pan. Voeg 2 eetlepels water en de helft van de basterdsuiker toe, zet de pan op middelhoog vuur en breng langzaam aan de kook. Draai dan meteen het vuur laag en laat 5 minuten zachtjes inkoken, tot een siroop. Neem van het vuur en laat afkoelen.
2. Schenk het afgekoelde mengsel in de keukenmachine, voeg het sap van de sinaasappel toe en maal fijn tot een dikke, gladde saus ‒ voeg als de saus te dik is een scheutje water toe. Doe de pruimensaus over in een kom en houd zolang apart.
3. Schenk de melk in een grote pan, voeg de rijst toe en zet op middelhoog vuur. Breng al roerend aan de kook, leg dan het deksel op de pan en laat 20 minuten zachtjes koken op laag vuur ‒ roer af en toe.
4. Neem het deksel van de pan en kook de rijst nog 5 minuten onder voortdurend roeren, tot de pap dik en romig is. Roer het zout erdoor, de rest van de suiker plus de room en neem de pan dan van het vuur.
5. Schep de rijstepap in kommen en roer de pruimenpuree erdoor tot er een soort marmereffect ontstaat. Strooi als laatste de rest van de sinaasappelrasp erover en serveer.