Een frisse, lichte jam met een vleugje citrus die we tijdens onze jamworkshops maken. Je kunt de perziken probleemloos vervangen door elke andere steenvruchtensoort, zoals nectarines of abrikozen, en de limoenen door citroenen. Voeg als je dat lekker vindt gerust meer geraspte limoenschil (of eventueel citroenschil) toe. Maak voldoende jam om het hele jaar een voorraadje te hebben: het is geweldig om een pot hiervan open te maken op een koude wintermorgen.
1. Halveer de perziken (of ander fruit), wip de pitten eruit en snijd het vruchtvlees in stukjes van 2 cm.
2. Zet de perziken met 1 liter water in een grote pan op laag vuur en laat alles zachtjes koken tot de perziken zacht zijn en uit elkaar vallen (na circa 30 minuten).
3. Steriliseer intussen de potten.
4. Voeg de suiker toe aan de perziken en roer tot de suiker volledig opgelost is. Roer dan het limoensap en de helft van de geraspte limoenschil erdoor. Zet het vuur hoger en laat de jam ongeveer 15 minuten flink koken, of tot het stollingspunt is bereikt (zie pag. 250). Houd de jam tijdens het koken in de gaten. Roer af en toe, zodat hij niet aanbrandt. Haal de pan van het vuur, roer de resterende geraspte limoenschil erdoor en laat de jam een paar minuten staan.
5. Schenk de warme jam in de warme potten. Wrijf de randen schoon met een vochtige doek of keukenpapier en draai dan de deksels erop.
6. Bewaar de potten maximaal 2 jaar op een koele, donkere plek. Maak eenmaal geopende potten binnen 6 tot 8 weken op en bewaar ze in de koelkast.