Deze minihamburgers zijn perfect voor kleine handen. Kinderen kunnen zelf het gehakt kneden én een eigen topping kiezen.
1 Verwarm de oven voor op 220 ₀C. Vet een bakplaat licht in met olie. Stop de crackers in een boterhamzakje, druk de lucht eruit en sluit hem af. Stamp de crackers fijn met een deegroller. Doe de kruimels in een grote kom.
2 Snijd de ui en de peterselie zo fijn mogelijk en voeg deze toe aan de kruimels. Rasp de parmezaan erboven.
3 Klop het ei in een andere kom met een vork los en voeg deze toe aan het kruidenmengsel. Kneed het gehakt er goed door en breng op smaak met peper. Verdeel het gehakt in 8 stukken en vorm er burgers van ongeveer 2 cm dik van. Leg ze op de ingevette bakplaat, smeer in met een beetje olijfolie en dek af met plasticfolie. Laat 30 minuten rusten in de koelkast.
4 Maak nu de toppings. Laat, als je spek gebruikt, de reepjes 5-6 minuten krokant worden onder de gril, draai ze halverwege om. Laat uitlekken op keukenpapier.
5 Verwijder de buitenste bladeren van de sla, en was en droog de binnenste bladeren. Snijd de tomaten en avocado in plakjes en snipper de ui. Rasp de cheddar.
6 Schuif de bakplaat met de burgers (verwijder de plasticfolie!) 15 minuten in de oven, tot ze goudbruin en gaar zijn. Snijd ondertussen de broodjes doormidden en rooster ze 2-3 in de oven.
7 Schep met een spatel op elk broodje een burger en beleg met je favoriete topping. Serveer met aardappelschijfjes en een fris-groene salade.
Per portie 235 kcal , 11,9 g vet (4,4 g verzadigd), 16,8 g eiwitten , 16,5 g koolhydraten , 3,3 g suikers, 0,6 g zout