VOOR DE KIPPENBOUILLON
- Doe alle ingrediënten in een grote soeppan. Breng aan de kook en zet het vuur dan heel laag. Laat de bouillon minstens 1½ uur trekken. Haal dan de gare stukken kip van de botten en snijd deze in kleine stukjes. Giet de bouillon door een zeef en doe het opgevangen vocht terug in de pan. Doe de stukjes kip erbij en naar keuze nog wat kleingesneden verse groenten of bijvoorbeeld vermicelli, en natuurlijk matseballen.
VOOR DE MATSEBALLEN (KNAIDLACH)
- Klop de eiwitten stijf. Spatel de losgeklopte eidooiers erdoorheen. Spatel daarna het matsemeel, het zout, de peterselie en het gemberpoeder erdoor. Breng een grote pan water met zout aan de kook. Vorm van het beslag balletjes van ongeveer 2 centimeter doorsnede en kook deze in het water in 20 minuten gaar. Schep de balletjes met een schuimspaan uit de pan.
- Verhit de kippenbouillon, doe op het laatste moment de matseballen in de bouillon en laat nog 1 minuut koken. Dien de soep heel heet op. Kook de matseballen nooit gaar in de bouillon, ze nemen zoveel vocht op dat er weinig bouillon over zou blijven.
* Is er nergens in de omgeving matsemeel te vinden, neem dan een paar matses en maal die in een keukenmachine fijn.