Met regelmaat vette vis eten is gezond, omdat het gunstige vetzuren bevat. Zalm, sardientjes en makreel zijn voorbeelden van de zogenaamde vette vissoorten. Met regelmaat koop ik een gerookte makreel bij de visboer op de markt. Heerlijk op een broodje of in een salade, of gewoon terwijl je hem schoonmaakt zo een stukje uit de hand. Dat schoonmaken kun je het best met de hand doen, zo voorkom je dat er onbedoeld een graatje achterblijft. (Mocht dat wel zo zijn: een stukje ontbijtkoek eten helpt goed tegen een graatje in de keel). Gerookte makreel is ook uitstekend te gebruiken als onderdeel van een warm gerecht, bijvoorbeeld met een rode pikante lichtzure saus, die een lichte tegenhanger van de vette vis is. Dit gerecht is een knipoog naar het Indonesische Balado Ikan, waarbij verse makreel gebakken wordt, alvorens hij in de pikante tomatensaus gaat, vertelt Joke Boon in haar boek Koken met kleur.
1. Verhit een 2 el olie in een diepe koekenpan of hapjespan. Snipper de ui en fruit deze 3 minuten aan.
2. Snij of knip met een schaar de peper met zaad in stukjes. Wie van minder pittig houdt verwijderd eerst de zaadjes en de zaadlijsten. Voeg de peper en de tomaat aan de ui toe en bak al omscheppend op laag vuur gedurende 5-8 minuten, tot de tomaat zacht is.
3. Voeg dan gemberpoeder, koriander, komijn, zure uitjes, tomato fritto, ketjap en gembersiroop toe en roer tot een saus. Laat, met een deksel op de pan 15 minuten zachtjes pruttelen en maak op smaak met zout en peper. Voeg eventueel een beetje water toe als de saus te dik is.
4. Leg de makreel in de saus en warm deze 3 minuten mee. Schep voorzichtig om zodat het visvlees heel blijft. Bestrooi met de koriander.
Deze makreel is lekker bij rijst en roergebakken groenten.
Dit recept komt uit het boek ‘Koken met kleur’ van Joke Boon (€24,99, uitgeverij Nieuw Amterdam).
