- Pak een diepe kom en doe daar de bloem in. Schenk er steeds een minischeutje water bij tot het deeg niet meer plakt en je het soepel kunt kneden. Het scheutje zonnebloemolie en het zout mogen er nu ook bij. Heb je er per ongeluk te veel water bij gegoten, compenseer dat dan met meer bloem. Dus te plak-plak is een beetje bloem erbij. Kneed 10 minuten.
- Maak eerst 4 tot 8 balletjes van het deeg en rol ze dan plat met de deegroller tot een doorsnee van ongeveer 8 centimeter. Schep 1 theelepel pindakaas, eventueel wat sambal en pinda’s in het midden van elke deegcirkel en smeer alles uit. Laat de randen wel vrij, smeer die in met een beetje water en vouw de empanada’s dicht tot halvemanen. Druk met een natte vork de randen wat steviger op elkaar, ziet er nog leuk uit ook.
- Pak een wok of andere diepe pan en verhit de frituurolie tot 180 °C. Doe voorzichtig de empanada’s in de hete olie en bak in enkele minuten goudbruin af. Laat uitlekken op keukenpapier.
Tip: Goed blazen voor dat je een hap neemt!
4-8 kleintjes
• 250 gram bloem
• scheutje zonnebloemolie, plus genoeg om in te frituren
• snuf zout
• 4-8 theel. pindakaas
• likje sambal (optioneel)
• handje grof gehakte pinda’s (optioneel)
Benodigdheden
• wok of diepe pan om in te frituren
• keukenthermometer