Makkelijk, lekker en exotisch: echt iets voor een lange, luie weekendlunch of avondmaaltijd. Het vlees moet bijna uit elkaar vallen, maar de braadtijd wisselt per seizoen. Begin dus na 4 uur te controleren.
1. Prik het vlees overal diep in. Wrijf de knoflook in een vijzel fijn met het zout – dat werkt als schuurmiddel. Wrijf er ook de andere ingrediënten voor het vlees door, te beginnen met de munt.
2. Leg het vlees op twee grote, kruislings op elkaar liggende vellen aluminiumfolie, leg dat in een braadslee en trek de zijkanten omhoog zodat er geen marinade uit loopt. Overgiet het vlees met marinade en keer het om. Zet het ca. 12 uur afgedekt in de koelkast.
3. Breng het vlees weer op kamertemperatuur en verhit de oven tot 200 °C. Trek de folie over het vlees en maak er een soort tent van. Zet het in de oven en verlaag de oventemperatuur meteen tot 160 °C. Braad 4-5 uur en bedruip regelmatig; je moet het vlees met een vork uit elkaar kunnen trekken. (De braadtijd wisselt afhankelijk van de leeftijd van het dier; begin na 4 uur te controleren.)
4. Meng de granaatappelpitten met de munt en doe de knoflook bij de yoghurt. Snipper het vlees aan tafel en geef er de yoghurt, granaatappel, munt, plat brood of couscous en een salade van waterkers en spinazie (bijvoorbeeld met walnoten of hazelnoten) bij.
Dit recept komt uit het boek ‘Simpel’ van Diana Henry (€24,99, Kosmos Uitgevers).