Deze dikke yoghurtpasta kun je smeren op platbrood of serveren bij verschillende soorten mezze. Heerlijk bij lamsgehaktballetjes en wortelsalade met pijnboompitten.
1 Roer in een kom de knoflook door de yoghurt, met een flinke snuf zout en zwarte peper. Schep de yoghurt op het midden van een kaasdoek (of schone theedoek), vouw de randen naar elkaar toe en knoop het pakketje dicht met keukentouw.
2 Hang het boven een diepe kom in de koelkast en laat het een nachtje uitlekken – zo wordt de labneh stevig.
3 Verwarm de volgende dag de oven voor op 200 °C. Rooster de hazelnoten voor de dukkah in 10 minuten goudbruin op een bakplaat. Laat ze volledig afkoelen, doe ze in een schone, droge theedoek en wrijf de velletjes eraf.
4 Rooster de pitten en de zaadjes 2 minuten in een droge pan, tot ze geurig zijn en beginnen te knappen. Neem ze uit de pan. Stamp ze grof in een vijzel met stamper.
5 Hak de hazelnoten en doe ze met de pitten, zaadjes en specerijen in een kom. Roer er ½ theelepel zout door.
6 Verdeel de labneh in twee porties, leg elke portie op een vel vetvrij papier en rol er een dikke worstvorm van. Verdeel de dukkah over een bord en rol de labneh erdoor. Serveer met platbrood.
Per portie 140 kcal, 10,4 g vet (3,6 g verzadigd), 10,2 g eiwit, 4,4 g koolhydraten, 3,6 g suikers
