De kapsalon, wie is er niet groot mee geworden? Sappig vlees, krokante friet, gesmolten kaas, frisse sla, tomaten, komkommer en ui, afgetopt met romige knoflooksaus en een pittige sambal, samen in een bakje als een ijzersterke maatschappij van smaken. Deze Rotterdamse klassieker moet je een keer in je gezicht hebben gestopt. Geen zin om je eigen gehakt te maken? Haal het gewoon kant-en-klaar bij de slager.
1 Gooi het vlees ongeveer 45 minuten in de vriezer en zorg dat het licht bevroren is. Haal het vlees uit de vriezer, snijd het in blokjes en maal het in de keukenmachine fijn.
2 Gooi het gehakt met de ui, knoflook, rozemarijn, oregano, 1½ theelepel zout en 1½ theelepel peper in de standmixer met bisschops- of vlinderhaak en meng in 10 minuten tot een vleespasta.
3 Verwarm de oven voor op 180 °C. Gooi het mengsel in een ingevet broodblik en druk het heel stevig aan. Bak 60 minuten in het midden van de oven. Haal uit de oven, giet het bakvet in een apart bakje af en bewaar. Laat het vlees 30 minuten rusten in de vorm, daarna is de ‘döner’ klaar om aangesneden te worden.
4 Snijd de döner in dunne plakken. Bak de randjes krokant in wat van het bewaarde bakvet. Breng op smaak met zout en peper.
5 Bak nu de friet af,
6 Verhoog de oventemperatuur naar 200 °C (alleen bovenwarmte). Verdeel de friet over de aluminium bakjes en gooi het vlees erop. Leg er de kaas op en laat die smelten in de oven. Gooi er wat sla, komkommer, tomaat en ui op en maak af met knoflooksaus en sambal.
Nog nooit zo lekker gegeten.
