Het vlees van een wild konijn heeft een veel sterkere, meer uitgesproken smaak dan dat van een tam konijn. Vraag je slager het liefste een paar dagen van tevoren of hij het vlees kan bestellen — wild konijn ligt meestal niet standaard in de vitrine.
1 Verwarm de oven voor op 160 °C. Bestrooi het vlees rondom met zout en peper en bedruppel met olijfolie. Plaats een grote ovenvaste braadpan op middelhoog vuur, leg de stukken vlees voorzichtig in de pan en bak ze in 8 minuten bruin. Leg de stukken konijn op een bord en zet apart.
2 Bak de groenten, kruiden en venkelzaadjes 10 minuten in de pan, tot ze zacht en zoet zijn. Roer de mosterd erdoor.
3 Blus af met de wijn en laat voor de helft inkoken. Voeg de bouillon en stukken vlees toe. Leg een stuk bakpapier op de pan en laat het vlees in de oven in 3-4 uur zacht en gaar worden.
4 Haal de pan uit de oven en laat de stoof iets afkoelen. Trek rubberen handschoenen aan, haal de stukken konijn eruit en trek het vlees van de botten. Doe de botten weg, leg het vlees op een bord en houd het warm.
5 Doe de linzen in de pan en giet er water bij tot ze onderstaan. Laat de linzen 25 minuten zachtjes koken, tot ze zacht zijn.
6 Maak intussen de salsa verde. Leg de kruiden, chilipeper, ansjovis, kappertjes en knoflook op een grote snijplank en hak alles fijn. Rasp de citroenschil erboven. Schraap alles in een kom, voeg wat citroensap en een scheut olie toe. Breng op smaak met zout en peper.
7 Druppel de salsa verde over het vlees en geef er bladgroenten bij.
Per portie 554 kcal, 15,9 g vet (4 g verzadigd), 47,7 g eiwit, 37,7 g koolhydraten, 9,9 g suikers