Onze visexpert Bart van Olphen: ‘Een visfilet wil je aan de buitenkant lekker knapperig hebben en vanbinnen lekker juicy en zacht. De laatste jaren is het aanbod verse vis bij de viswinkel en supermarkt groter geworden, maar veel visliefhebbers vinden de drempel om in eigen keuken een mooi filetje te bakken nog te hoog. Misschien is het je vaak niet naar tevredenheid gelukt of zit het gewoon ‘tussen de oren’. Ik zal je hier laten zien dat er misschien wel niets makkelijker is dan een goede visfilet bakken!’
1. Bereid de visfilets voor zoals we hier beschreven en laat ze op temperatuur komen, bestrooit met wat zout. Zet apart.
2. Verwarm de oven voor op 120 °C.
3. Begin met alle groenten te bakken voor de ratatouille. Neem een kleine steelpan met een scheut olijfolie en bak de rode en gele paprika tot ze bijna gaar zijn (tot zo’n 80%). Zet apart en bak de courgette en aubergine – los van elkaar – in een steelpan met wat olijfolie tot dezelfde gaarheid.
4. Neem nu een grote steel- of kookpan op laag vuur en fruit de ui in een beetje olie totdat ze glazig zijn maar niet gekleurd. Voeg nu de stukjes tomaat toe, de paprika, de courgette en de aubergine. Voeg een takje tijm en rozemarijn toe en 50 ml olijfolie. Doe de deksel op de pan en laat heel zachtjes sudderen zonder dat je veel roert.
5. Meng de tomaatjes met een scheut olijfolie, een takje tijm, takje rozemarijn, knoflook, zout en peper. Leg dit mengsel in een ovenschaal en gaar de tomaatjes 15 minuten in de oven. Haal ze uit de oven en laat iets afkoelen.
6. Zeef de ratatouille, zet apart en houd warm.
7. Neem een koekenpan met een scheut olie en verwarm dit op middelhoog vuur. Leg de visfilet met de velzijde aan de onderkant in de pan en bak hem 3-4 minuten. Draai de filet met een visspatel om en bak de andere zijde nog eens 2-3 minuten. Haal de vis uit de pan en laat hem onder een vel aluminiumfolie even rusten.
8. Serveer de vis met de ratatouille en de gekonfijte tomaatjes. Besprenkel met wat extra olijfolie en maal er wat peper over.
Dit is een recept van Bart van Olphen, credits fotografie: David Loftus
