Deze granenschotel is op pasis van farro, maar je kunt ook spelt of parelgort gebruiken. We serveren het met pompoen en romescu. Romescu is een Catalaanse saus van noten en geroosterde rode pepers. Hij is zo lekker dat je hem wel bij elke maaltijd kunt eten!
1 Verwarm de oven voor op 180 ºC. Maak de romescusaus door amandelen en hazelnoten op een bakplaat 10-15 minuten in de oven te roosteren tot ze goudbruin zijn (laat de oven aan). Verhit ondertussen wat olijfolie in een koekenpan en bak de broodkruimels tot ze goudbruin zijn, voeg dan de knoflook en het paprikapoeder toe en laat 1 minuut doorkoken.
2 Doe het mengsel in een keukenmachine, voeg de geroosterde pepers eraan toe en maak er een grove, stevige pasta van. Schep in een kom en roer de sherryazijn, de verkruimelde Spaanse peper, de saffraan en de tomatenpuree erdoor, met 6 el olijfolie. Voeg zout en peper naar smaak toe – romescu gaat over evenwicht in smaak. Te dik? Doe er wat water bij. Te zoet? Doe er een beetje azijn bij. Te scherp? Voeg wat olie toe. Zet weg om op smaak te komen.
3 Leg de stukken pompoen en de prei op een ovenrooster, bestrijk ze met wat olijfolie en strooi de citroenrasp, zout en peper erover. Rooster 40 minuten in de oven, tot de pompoen goudbruin en de prei zoet is.
4 Kook ondertussen de farro in 35-40 minuten in gezouten kokend water,tot hij beetgaar is. Giet af en meng met de geroosterde groenten en enkele eetlepels romescu. Strooi de peterselie erover en serveer.