Echte pekingeend bereiden is nogal een onderneming. Maar mijn freestyle versie zonder dier bleek juist heel erg lekker én zo gepiept. De kenmerkende smaak komt namelijk niet van de eend, maar van de hoisinsaus. Pekingpaddo’s, oftewel: faking eend.
1. Oven tijdig voorverwarmen op 180 °C.
2. Paddo’s: Meng de marinade in een grote kom. Snij de shiitakes in dikke reepjes, schep erdoor en laat een uur staan. Spreid uit op een met bakpapier beklede bakplaat en rooster 20 minuten in de hete oven.
2. Snij de komkommer en lente-ui alvast in dunne reepjes van zo’n 8 cm lang.
3. Pannenkoekjes (zie tips): Zeef bloem en zout boven een kom. Giet al roerend met een vork het kokende water erbij tot het klontert. Kneed kort tot een bal. Laat afgedekt een half uur rusten.
4. Kneed 5 minuten stevig tot een soepel deeg. Laat weer een half uur rusten.
5. Rol uit tot een dikke worst, snij in 16 gelijke stukjes. Rol op een licht bebloemd werkblad uit tot koekjes van Ø 6 cm. Kwast de helft in met sesamolie, sandwich er steeds 2 op elkaar.
6. Rol ze samen opnieuw uit met de deegroller, nu zo dun mogelijk, tot ongeveer Ø 14 cm.
7. Laat twee koekenpannen met antiaanbaklaag zonder olie heet worden. Bak de 8 dubbele pannenkoekjes op middelhoog vuur ± 1 minuut per kant. Trek meteen uit de pan met vuurvaste vingers (stoom!) uit elkaar en stapel op.
Serveren: Zet alles op tafel. Beleg de pannenkoekjes met hoisinsaus, shiitakes, komkommer en lente-ui, rol/vouw op en eet. Gewoon met de hand.
Tips