Vroeger stond er bij mij in de buurt een kraampje op de markt waar ze op zondagen deze pannenkoeken maakten. Het is verdwenen of naar een andere markt gegaan, dus nu maak ik ze zelf. Je maakt deze groenterijke pannenkoeken met rijst- en kikkererwtenmeel, miso en gember, en er zit een heerlijke dipsaus bij. Ik maak zelf graag grotere pannenkoeken zodat iedereen er één krijgt, maar je kunt ook kleintjes maken.
1. Snijd de kool en lente-uitjes fijn met de dunsnijder van je keukenmachine, een mandoline of een mes. Doe het mengsel met de wortel en het sesamzaad in een grote kom. Voeg het grootste deel van de kruiden toe (houd een deel achter) en voeg de kimchi toe.
2. Doe alle ingrediënten voor het beslag, behalve de olie, met 300 ml koud water in een keukenmachine en maal ze op de pulseerstand tot een beslag. Je kunt de ingrediënten ook door elkaar kloppen in een kom. Meng het beslag goed door de groenten. Laat het beslag het liefst 30 minuten rusten, maar korter mag ook.
3. Meng de ingrediënten voor de dipsaus met 1 eetlepel koud water in een kleine kom.
4. Zet een kleine koekenpan (20 cm) met dikke bodem op halfhoog tot hoog vuur. Voeg wat olie toe, gevolgd door een schep beslag. Je maakt met dit recept 6-8 pannenkoeken, dus maak ze zo dik als een euromunt. Verdeel het beslag met de achterkant van een lepel over de pan. Bak elke pannenkoek 2-3 minuten tot hij goudbruin is aan de onderkant en er bellen verschijnen bij de bovenkant. Keer hem. De pannenkoek moet goudbruin zijn en de groenten moeten gaar zijn, maar nog stevig.
5. Serveer ze met wat shichimi tōgarashi erover en geef de resterende kruiden en dipsaus erbij.