God mag weten waarom iedereen asperges altijd kookt, bakken in de pan is zoveel lekkerder! We herhalen (zodat je het zeker onthoudt): niets lekkerder dan asperges gebakken in de pan. Zeker als het in ansjovisboter is. Wie ons niet gelooft, probeer het gewoon een keer. Daarna wil je nooit nog anders. Als voorgerecht is dit een royale portie. Wie het minder groots ziet kan ook één bussel asperges gebruiken in plaats van twee. Maar kom achteraf niet klagen dat het te weinig was. Deze asperges zijn zo lekker dat je er beter wat meer van maakt.
1. Schil de asperges en verwijder het houterige uiteinde. Snijd ongeveer 1/3 van de asperges met een dunschiller in sliertjes. Doe in een kom met het citroensap en een snuf peper en zout. Laat de aspergeslierten marineren en roer wanneer je eraan denkt eens om met een vork.
2. Snijd de rest van de asperges in stukjes van ongeveer 5 cm lang.
3. Smelt een klont boter samen met een scheut olijfolie in een pan op middelhoog vuur. Leg hierin de ansjovisfilets, breek ze met een houten lepel in stukjes en roer enkele minuten tot alles uit elkaar valt.
4. Voeg de asperges toe en kruid gul met zwarte peper en een kleine snuf zout (ansjovis is ook al zout). Bak in een 5-tal minuten krokant en draai halverwege om zodat alle kanten een kleurtje krijgen. De asperges mogen nog wat beet hebben en moeten niet door en door gaar zijn.
5. Leg de aspergeslierten op een schaal. Verdeel er de gebakken asperges op, onder en tussen. Werk af met de kervel. Sprenkel er nog wat olijfolie over en geef een extra draai van de pepermolen.
TIP: Je kan dit gerecht ook met groene asperges maken, die hoef je dan niet te schillen.
