De kokkels in deze vissoep zijn een knipoog naar de kust van het Britse Essex. De stukjes aardappel, de mais en het ontbijtspek maken er een stevige winterse soep van.
1 Verhit een scheut olijfolie in een grote pan op middelhoog vuur en bak het ontbijtspek goudbruin en knapperig. Draai het vuur laag en voeg de uisnippers, knoflook, bleekselderij, peterseliesteeltjes en chilipeper toe. Bak ze al roerend 10 minuten, tot ze zacht zijn maar niet bruin kleuren.
2 Voeg de stukjes aardappel, de bouillon en het laurierblaadje toe. Breng aan de kook. Draai dan het vuur laag en laat de soep 10 minuten zachtjes koken of tot de aardappel gaar is. Mix de soep glad met een staafmixer of laat iets afkoelen en pureer de soep in porties in een keukenmachine. Doe dan terug in de pan.
3 Zet de soep op laag vuur, voeg de maiskorrels toe en verhit 5 minuten mee. Voeg de koolvis en kokkels toe, breng op hoog vuur aan de kook en wacht tot de kokkels na 3–4 minuten zijn geopend. Gooi dichte kokkels weg.
4 Neem de pan van het vuur en breng de chowder op smaak met zout en peper. Verdeel over zes kommen, druppel wat room op elke portie en bestrooi met de peterselieblaadjes. Serveer meteen.
Per portie 309 kcal, 12,2 g vet (4 g verzadigd), 25,5 g eiwit, 12,2 g koolhydraten, 4,4 g suikers
6 personen
• 6 plakjes gerookt ontbijtspek
• 1 ui, gepeld, fijngesnipperd
• 2 tenen knoflook, gepeld, fijngehakt
• 2 stengels bleekselderij, schoongemaakt, fijngesneden
• ½ bosje krulpeterselie, blaadjes apart, steeltjes fijngehakt
• 1 rode chilipeper, zaadjes verwijderd, fijngesneden
• 300 g aardappels, geschild, in stukjes van 1 cm
• 1,5 l vis- of groentebouillon
• 1 laurierblaadje
• 400 g mais uit de diepvries, ontdooid
• 300 g kabeljauw, koolvis of andere witvis, in stukjes van 2 cm
• handvol (à 250 g) verse, levende kokkels, schelpen gewassen
• 4 el slagroom