- Week de tapiocaparels in een kom koud water. Spoel de tapiocaparels na 20 minuten onder koud stromend water. Laat uitlekken. Pel de bananen en snijd ze in stukken van 3 tot 4 centimeter dik. Zet opzij.\
- Pel de schil van de cassave. Maak hiervoor een oppervlakkige snee onder de schil, pak de schil van onderen vast en trek hem eraf. Spoel de cassave grondig onder koud stromend water. Snijd de harde kern van de cassave eruit. Snijd de cassave in blokken van 2 tot 3 centimeter.
- Kneus de pandanbladeren en leg er een knoop in. Breng in een pan 600 milliliter water samen met een snuf zout, de cassaveblokken en geknoopte pandanbladeren aan de kook op middelhoog vuur. Laat 10 minuten koken op laag vuur met het deksel op de pan. Proef of de cassave zacht is. Kook anders nog 1 1 tot 2 minuten langer.
- Voeg de tapiocaparels en stukken banaan toe aan de pan en kook 6 minuten met het deksel op de pan. Proef of je de banaan zacht genoeg vindt. Kook anders nog 2 tot 3 minuten langer.
- Voeg de suiker toe en laat de pudding weer 5 minuten doorkoken met het deksel op de pan.
- Voeg de kokosmelk en ½ theelepel zout toe en kook 5 minuten door zonder deksel op de pan. Let op dat de kokosmelk niet te heet wordt, om schiften te voorkomen. Haal de pandanbladeren uit de pan voor het serveren.
- Verdeel de banaancassavepudding over kommen en bestrooi met de gezouten pinda’s en het geroosterd sesamzaad.
Fotocredits: Mathilde Nai
4-6 peresonen
- 60 g kleine tapiocaparels
- 2 rijpe (bak)bananen
- 1 stuk cassave (ca. 400-500 gram)
- 3 pandanbladeren
- snuf fijn zeezout, plus ½ tl
- 100 g kristalsuiker
- 1 blik (400 ml) kokosmelk
- 100 g gezouten pinda’s, gestampt
- 10 g geroosterd wit sesamzaad
