‘De aardappelen worden het lekkerst als je ze aanmaakt terwijl ze nog warm zijn, zodat ze alle heerlijke smaken optimaal in zich opnemen. Laat ze in de dressing afkoelen voordat je er verse kruiden bij doet, anders worden die kruiden slap en raken ze veel van hun kleur en smaak kwijt.’ – Jamie Oliver
1. Zoek de grotere aardappelen uit en snijd die doormidden, waardoor ze ongeveer even groot zijn als de kleintjes. Leg de aardappelen in een pan met kokend gezouten water en kook ze 15 tot 20 minuten, tot ze net gaar zijn. Laat de aardappelen in een vergiet uitlekken.
2. Doe de geraspte citroenschil en de helft van het sap in een kom en giet er de azijn bij. Giet er drie keer zo veel olijfolie als zuur vocht bij en roer er de kappertjes door. Breng de dressing op smaak met zout en peper, meng alles goed, doe de warme aardappelen erbij en hussel goed, zodat elk stukje aardappel een beetje van de dressing meekrijgt.
3. Rasp de mierikswortel fijn in een kom – wees er vooral niet te zuinig mee, want je moet er zowel de aardappelen als de zalm pit mee geven – en meng het raspsel met de rest van het citroensap en met wat zout en peper door de crème fraîche. Strooi het grootste deel van de gehakte dille of venkel over de afgekoelde aardappelen en hussel ze nog eens.
4. Leg de plakjes gerookte zalm op een groot bord of plateau. Doe dat niet al te netjes – het is de bedoeling dat het een beetje nonchalant wordt! Trek de plakjes hier en daar in plooien, zodat het er lekker luchtig uitziet, en schep er de aangemaakte aardappelen op. Schep er een paar kloddertjes crème fraîche met mierikswortel op, besprenkel het zaakje met olijfolie en strooi er ten slotte de rest van de dille of venkel over. Geserveerd met een glas wijn en een lekker stukje brood heb je een verrukkelijke lunch.
Dit recept komt uit het boek ‘Thuis bij Jamie’ van Jamie Oliver (€24,85, Kosmos Uitgevers).
