Deze heerlijke spinazie-ricottaballetjes worden door de Italianen zelf ‘malfatti’ genoemd. Bij dit recept wordt elk balletje meerdere keren door zeer fijne bloem gerold, met tussenpozen van telkens 15 minuten. In deze tijd trekt er een beetje vocht uit de ricotta in de bloem. Er ontstaat zo een dun naadloos laagje pasta om de romige vulling. Een tijdrovend werkje, maar meer dan de moeite waard!
1. Verwarm de olijfolie met de knoflook in een ruime koekenpan. Voeg zodra de knoflook begint te geuren de spinazie en een snufje zout toe. Bak ongeveer 3 minuten, tot de spinazie geslonken is. Haal de spinazie uit de pan en laat uitlekken in een vergiet.
2. Laat de spinazie afkoelen en knijp vervolgens zo veel mogelijk het vocht uit de spinazie. Hak de spinazie fijn.
3. Meng in een ruime mengkom de ricotta met de spinazie en Parmezaanse kaas. Breng op smaak met nootmuskaat, zout en peper.
4. Zet een bak klaar met de bloem en een grote schaal voor de malfatti.
5. Vorm kleine balletjes ter grootte van een walnoot van het ricottamengsel en rol deze door de bloem. Leg de malfatti apart en laat 15 minuten rusten. Herhaal deze handeling vijf keer.
6. Zet een grote pan water op het vuur en breng aan de kook. Voeg zout toe zodra het kookt.
7. Kook de malfatti nu af. Zodra de malfatti boven komen drijven laat je ze nog 1 minuut koken.
8. Begin intussen met het maken van de botersaus. Smelt de boter met de salie. Laat de salie zijn aroma afgeven. Voeg 2 eetlepels kookwater toe en laat zachtjes koken tot een gladde botersaus.
9. Haal de malfatti met een schuimspaan uit het water en doe ze bij de boter. Roer of schud de pan tot alle malfatti bedekt zijn.
10. Serveer met een beetje Parmezaanse kaas.
Heb jij onze blog over Zuid-Tirol al gelezen? Daarin vind je nog veel meer leuke foodtips uit deze mooie regio.