Citrusmousse is zo’n toetje waar je van kunt blijven eten. Super luchtig en lekker fris, dus een ideaal gerecht voor tijdens een warme lente- of zomerdag. En je kunt dit toetje makkelijk een dag van tevoren maken!
1 Omwikkel 10 hoge bekerglazen met vetvrij papier, zodat je kragen vormt die ongeveer 4 cm boven de rand uitkomen. Bind het papier op zijn plaats met keukentouw. Snijd dan de partjes mandarijn in stukje en doe ze in een kom.
2 Klop de eidooiers in een grote kom stijf. Voeg de suiker toe en blijf kloppen tot je na 3–5 minuten een dikke massa hebt.
3 Week in een aparte kom de gelatineblaadjes 15 minuten in de helft van het mandarijnsap – of tot ze zacht zijn. Verhit de rest van het sap in een pan op laag vuur; breng het aan de kook, schenk de gelatine erbij en blijf roeren tot die helemaal is opgelost.
4 Neem het eidooiermengsel en roer de stukjes mandarijn, de helft van de geraspte schil (bewaar de rest voor de garnering) en de gelatinemassa erdoor tot je een gelijkmatig mengsel hebt. Bewaar het 1 uur in de koelkast, of tot het begint te stollen.
5 Neem het mengsel uit de koelkast en schep de slagroom en crème fraîche erdoor. Klop in een aparte, schone kom de eiwitten met een elektrische mixer tot zich zachte pieken vormen; schep ook het eiwitschuim door het mengsel. Verdeel het over de glazen, laat het iets boven de rand uitkomen, en laat de mousse minstens 6 uur in de koelkast staan tot het is opgestijfd. Wacht liefst tot de volgende dag.
6 Verwijder voor het serveren voorzichtig de papierkragen en bestrooi elke portie mousse met poedersuiker, de rest van de mandarijnrasp en het vanillepoeder.
Tip Vanillepoeder is simpelweg een maalsel van vanillestokjes – je doet heel lang met een kleine hoeveelheid!