Gnocchi is een traditioneel Italiaans recept voor een soort pas ta gemaakt van aardappel- of griesmeel (gnocchi alla romana). Je kunt voor gegaarde gnocchi tegenwoordig in bijna iedere supermarkt vinden, maar nog leuker is het om gnocchi zelf te maken. Het vraagt even wat oefenwerk, dus trek er vooral wat tijd voor uit, maar als je eenmaal de slag te pakken hebt, zul je je homemade gnocchi vast en zeker erg waarderen. Voor een basis-gnocchi kun je de toevoeging van chlorella en zeepeterselie simpel weglaten, maar dit boek heet niet voor niets Groente uit zee , zelfs de gnocchi moet eraan geloven. In dit recept wordt de gnocchi geserveerd met een romige spinaziesaus en zoet-hartige tomaatjes voor de extra umami!
1. Doe de aardappels met schil en al in een pan met ruim voldoende water en een snufje zout en breng aan de kook. Laat 20 tot 30 minuten koken tot ze gaar zijn. Test of de aardappels gaar zijn door erin te prikken met een vork. Giet vervolgens af en pel de aardappels met je handen (let op, ze zijn heet, laat echter niet afkoelen). Doe ze in een flinke kom en stamp tot puree. Zeef het meel boven de puree en voeg chlorella, ‘persil de la mer’, zeezout en zwarte peper naar smaak toe. Meng dit geheel goed met je handen en kneed tot er een gladde en licht plakkerige deegbal ontstaat. Dek af met een theedoek en laat 10 minuten rusten
2. Verwijder de theedoek. Verdeel de deegbal in ongeveer 5 stukken en dek opnieuw af om uitdroging te voorkomen. Pak een stuk deeg en rol uit tot een lange dunne rol met ongeveer 2,5 cm doorsnee. Snijd van de rol stukjes van ongeveer 1,5 cm. Rol, wanneer je die bezit, de gnocchi over een traditionele gnocchiplank. Indien je geen gnocchiplank hebt, kun je een vork gebruiken om de traditionele gnocchiribbels te maken. Rol al duwend met je duim een gnocchi over een vork. De gnocchi krijgt dan zijn ribbels en wordt in een halve cirkel gerold.Leg de stukjes op een bakplaat met bakpapier en dek wederom af met een theedoek. Herhaal het beschreven proces met de rest van het deeg. Breng, zodra alle stukjes gevormd zijn, een pan met ruim voldoende water aan de kook. Kook hierin de gnocchi in delen (ze moeten voldoende ruimte hebben in de pan, omdat ze ietwat zullen uitzetten). De gnocchi zijn klaar als ze boven komen en blijven drijven. Haal ze direct uit de pan met een vergietschep en plaats ze op een met bakpapier beklede bakplaat of plank. Je kunt ze nu laten afkoelen en invriezen of doorgaan met onderstaande saus.
3. Verhit voor de spinaziesaus een scheut olijfolie in de koekenpan. Fruit hierin de sjalotjes in ongeveer 3 minuten goudbruin. Voeg knoflook toe en bak 1 minuut. Voeg spinazie toe en laat al roerend slinken en het vocht verdampen. Voeg amandelroom en edelgistvlokken toe en bak al roerend 2 minuten. Zet het vuur uit. Doe het mengsel samen met munt en basilicum in een blender of keukenmachine en blend tot een mooie gladde saus. Breng op smaak met zeezout en zwarte peper. Doe terug in de pan.
4. Verhit vervolgens een scheut olijfolie in een andere koekenpan. Voeg tomaten en balsamicoazijn toe en bak ongeveer 3 minuten op halfhoog vuur tot de tomaten beginnen te karamelliseren. Zet het vuur uit. Schep voor het serveren de gewenste hoeveelheid gnocchi door de saus en verwarm op een laag vuurtje. Serveer met de gekaramelliseerde tomaatjes en maak af met wat ‘persil de la mer’ en edelgistvlokken.
Dit recept komt uit het boek ‘Groente uit zee’ van Lisette Kreischer (€24,99, Kosmos Uitgevers).